Stiptheid

De stiptheid van het binnenlandse treinverkeer wordt gemeten in het eindstation.
Rijdt de trein door de Brusselse Noord-Zuidverbinding, dan wordt er ook gemeten in het eerste station van de Noord-Zuidverbinding op het traject van de trein.
Voorbeeld: de stiptheid van een trein van Oostende naar Eupen wordt gemeten in Brussel-Zuid en in Eupen

Het stiptheidscijfer houdt geen rekening met vertragingen veroorzaakt door externe bronnen (vandalisme, agressie, kabeldiefstal ...) noch deze veroorzaakt door de grote investeringswerken (zoals het GEN). Deze vertragingen, die niet te wijten zijn aan Infrabel of de spoorwegondernemingen, worden geneutraliseerd.

Alle treinen die minder dan 6 minuten vertraging hebben op een meetpunt worden als stipt beschouwd.

Als infrastructuurbeheerder van het Belgische spoornet staat Infrabel in voor het realtimebeheer van het treinverkeer. Daarom is het ook Infrabel die de tijdsmetingen van de voorbijrijdende treinen uitvoert op welbepaalde meetpunten.

Het stiptheidspercentage is de procentuele verhouding tussen het aantal metingen waarbij de trein als stipt gemeten werd en het totaal aantal uitgevoerde metingen.

Dit stiptheidspercentage kan berekend worden:

• per dag, per week, per maand of per jaar
• voor alle treinen, een reeks treinen, een welbepaalde lijn of een welbepaald station

De stiptheid die wij in rekening nemen is de stiptheid van de reizigerstreinen die beheerd worden door NMBS als operator, in het kader van het beheerscontract met de staat.