Het slechte weer kan een impact hebben op het treinverkeer en de spoorinfrastructuur. NMBS en Infrabel nemen de deze problematiek ernstig en engageren zich om de risico’s te beperken.

Het slechte weer kan storingen veroorzaken op het spoornet:

  • Een hoge luchtvochtigheid vermindert de grip van de treinwielen op de sporen;
  • Condensvorming op elektronische componenten veroorzaakt problemen;
  • De ‘eerste’ koude zorgt ervoor dat wissels vastvriezen en treindefecten toenemen;
  • Afbrekende takken en omvallende bomen richten schade aan;
  • Hevige regenval en overstromingen veroorzaken o.a. onstabiele spoorwegbermen;
  • Nevel en mist bemoeilijken de rijomstandigheden voor de treinbestuurders.
Naast de nauwgezette opvolging van de weersvoorspellingen en het spoornet ondernemen NMBS en Infrabel verschillende acties.

Maatregelen genomen door NMBS en Infrabel

  • Hevige wind en rukwinden

Het is belangrijk om de groenvoorzieningen langs het spoor te onderhouden, vooral op de spoorlijnen die zich langs beboste gebieden bevinden. De ploegen van Infrabel snoeien de struiken en kappen de bomen die het gevaar lopen om te vallen door sterke wind. 

Als er windsnelheden van 100 km/uur of meer worden gemeten, neemt Infrabel contact op met de treinbestuurder die wordt gevraagd om zijn snelheid te verminderen tot 80 km/uur. Dit kan tot vertragingen leiden op het spoornet.

  • Negatieve temperaturen

Temperaturen rond het vriespunt kunnen defecten veroorzaken aan de infrastructuur en in de treinen, zoals problemen om de treindeuren te openen en te sluiten of defecten aan de sanitaire voorzieningen.

De NMBS neemt daarom enkele maatregelen:

  • Vóór de eerste koude wordt de correcte werking van de spoortoestellen en de voorraad antivries- en verwarmingselementen nagekeken.
  • Er rijden lege treinen vroeg in de ochtend om de staat van het spoornet te testen en de bovenleidingen te ontdooien
  • 's Nachts wordt er op toegezien dat de treinen een minimale temperatuur behouden.
  • Op bepaalde treinonderdelen wordt antivries aangebracht.

Infrabel doet een nazicht van de correcte werking van de infrastructuur (o.a. de bovenleidingen, overwegen) en activeert de wisselverwarming indien nodig.

  • Zware regenval en overstromingen

Door hevige regenval kunnen rotswanden hun stabiliteit verliezen. Daarom plaatst Infrabel vangnetten. Ook reinigt ze de spoorbermen om instabiliteit te voorkomen.

Tot slot zijn overstromingen in tunnels en stations niet uit te sluiten. De betrokken ploegen van Infrabel controleren preventief de pompen die het water moeten afvoeren.

  • Condensatie

Condensatie ontstaat wanneer warme en vochtige lucht in een ruimte geen uitweg kan vinden. Er vormen zich dan druppeltjes op het oppervlak die schade kunnen berokkenen aan het materieel.

Luchtverversing is belangrijk om dit fenomeen aan te pakken. Daarom worden locomotieven, inclusief de gevoelige onderdelen, regelmatig geventileerd door NMBS-personeel. Indien mogelijk worden de locomotieven binnen geplaatst.

De spoorwegen voorzien extra medewerkers om zo efficiënt mogelijk incidenten op te lossen.

Download

check2-anim